- Alle isolatieplaten van een isolatielaag moeten zowel horizontaal als verticaal geschrankt geplaatst worden. De naden van de isolatieplaten moeten worden afgeplakt met tape om een lichtdichte uitvoering te garanderen. Voor meer informatie wordt verwezen naar BK5 - Schranken van spouwisolatie.
- Ter bevestiging van het buitenmetselwerk is het nodig om per m² minimaal 5 spouwankers te plaatsen.
- De maximale afstand tussen twee spouwankers mag volgens NBN B25-401 niet meer bedragen dan 750 mm in horizontale richting en 300 mm in verticale richting. Daarnaast moeten de spouwankers op minimaal 10 cm van de randen van de isolatieplaten geplaatst worden.
- Meer informatie over de detaillering van spouwmuren kan teruggevonden worden in de technische voorlichting van het WTCB: TV 264 - Referentiedetails voor spouwmuren.
Bovenaansluiting raam achter slag
Plaatsing spouwisolatie
Plaatsing spouwisolatie
- Alle isolatieplaten van een isolatielaag moeten zowel horizontaal als verticaal geschrankt geplaatst worden. De naden van de isolatieplaten moeten worden afgeplakt met tape om een lichtdichte uitvoering te garanderen. Voor meer informatie wordt verwezen naar BK5 - Schranken van spouwisolatie.
- Ter bevestiging van het buitenmetselwerk is het nodig om per m² minimaal 5 spouwankers te plaatsen.
- De maximale afstand tussen twee spouwankers mag volgens NBN B25-401 niet meer bedragen dan 750 mm in horizontale richting en 300 mm in verticale richting. Daarnaast moeten de spouwankers op minimaal 10 cm van de randen van de isolatieplaten geplaatst worden.
- Meer informatie over de detaillering van spouwmuren kan teruggevonden worden in de technische voorlichting van het WTCB: TV 264 - Referentiedetails voor spouwmuren.
Isolatie geveldrager
- Bij het plaatsen van de spouwisolatie is het belangrijk dat de isolatie volledig achter de geveldrager wordt geplaatst en dat in het bevestigingsprofiel van de geveldrager ook isolatie wordt voorzien.
Waterkering raamopening
- De waterkering moet minimaal 10 cm breed zijn en moet over de volledige hoogte aan beide zijdes van de raamopening worden aangebracht.
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Waterkering geveldrager
- De waterkering die op de gevedrager wordt bevestigd moet aan de kant van de luchtspouw voldoende breed zijn. Na het plaatsen van 1 of 2 rijen gevelstenen moet deze waterkering kunnen worden omgeplooid tegen en op deze gevelstenen.
- De waterkering moet minimaal 300 mm vanaf de zijkant van de raamopening ingewerkt worden in het gevelmetselwerk. Voor meer informatie wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV188 - Plaatsen van buitenschrijnwerk (1993).
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Waterkering luchtspouw buitenschrijnwerk
-
De uiteinden van de waterkering moeten minimaal 200 mm vanaf de zijkant van de raamopening ingewerkt worden in het gevelmetselwerk. Voor meer informatie wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV188 - Plaatsen van buitenschrijnwerk (1993).
-
Daarnaast moeten de uiteinden van de waterkering voorzien worden van een opstaande zijkant.
-
Boven de waterkering moet de rij gevelstenen voorzien worden van minimaal 1 open stootvoeg per lopende meter (of minimaal 2 boven een raam- of deuropening).
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Plaatsing spouwisolatie
- Alle isolatieplaten van een isolatielaag moeten zowel horizontaal als verticaal geschrankt geplaatst worden. De naden van de isolatieplaten moeten worden afgeplakt met tape om een lichtdichte uitvoering te garanderen. Voor meer informatie wordt verwezen naar BK5 - Schranken van spouwisolatie.
- Ter bevestiging van het buitenmetselwerk is het nodig om per m² minimaal 5 spouwankers te plaatsen.
- De maximale afstand tussen twee spouwankers mag volgens NBN B25-401 niet meer bedragen dan 750 mm in horizontale richting en 300 mm in verticale richting. Daarnaast moeten de spouwankers op minimaal 10 cm van de randen van de isolatieplaten geplaatst worden.
- Meer informatie over de detaillering van spouwmuren kan teruggevonden worden in de technische voorlichting van het WTCB: TV 264 - Referentiedetails voor spouwmuren.
Gevelmuur boven raamopening
- Bij het plaatsen van de gevelmuur worden de zijkanten van de waterkering van de spouwmuur omgeplooid en ingewerkt in een stootvoeg van de eerste volgende rij gevelstenen. Op deze manier wordt zijdelingse waterinfiltratie voorkomen.
- Boven de raamopening moet de eerste rij gevelstenen voorzien zijn van open stootvoegen. Afhankelijk van de lengte van de raamopening moet er per lopende meter minimaal 1 open stootvoeg voorzien worden.
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Multiplexplaten
- De multiplexplaten moeten voldoende luchtdicht zijn.
- Voor meer informatie over mogelijke oplossingen voor de plaatsing van het schrijnwerk met betrekking tot luchtdichtheid wordt verwezen naar het WTCB-contact 33 en naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 250 - Luchtdichtheid van gebouwen (2015).
Tussengevoegde isolatie
Er moet op toegezien worden dat de opening tussen het raam en de ruwbouw volledig is opgevuld met isolatie.
Luchtdichting met aansluitingsband
- De luchtdichting met aansluitingsband moet alle achterliggende materialen overlappen, zodanig er een luchtdichte aansluiting tussen de multiplexkader en de ruwbouw gerealiseerd kan worden.
- Bij het aanbrengen van de luchtdichting met aansluitingsband is het belangrijk dat ter hoogte van hoekaansluitingen de tape in overlap wordt geplaatst.
- Voor meer informatie over de luchtdichtheid en buitenschrijnwerk wordt verwezen naar het WTCB contact nr. 33 en naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 250 - Luchtdichtheid van gebouwen (2015).
Binnenpleister
-
Ter versterking van het pleisterwerk, wordt het pleisterwerk aan de uiteinde voorzien van een stopprofiel. Daarnaast draagt het stopprofiel bij tot de luchtdichte verbinding tussen het binnenpleister en het buitenschrijnwerk. Ter afwerking van het stopprofiel wordt ter hoogte van de hoekaansluiting een soepele kitvoeg aangebracht.
-
Naast stopprofielen worden er ook hoekprofiel ter versterking aangebracht op de hoeken. Op de hoekaansluitingen wordt er ook een wapeningsnet voorzien. Het wapeningsnet heeft als functie spanningen in het pleisterwerk, ten gevolge van verschillende onderliggende materialen die elk een verschillend uitzetten en krimpen hebben, op te nemen.
-
Voor meer informatie over stopprofielen en hoekprofielen wordt verwezen naar het WTCB contact nr. 34.
-
Vermijd stopcontacten, schakelaars, leidingen en kanalen in de buitenmuren of gebruik hiervoor aangepaste hulpmiddelen om de luchtdichtheid te garanderen.
-
De aansluitingsband van de luchtdichting moet mee ingepleisterd worden.
-
Voor meer informatie over luchtdichtheid en binnenpleister wordt verwezen naar het WTCB-contact nr. 40 en naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 250 - Luchtdichtheid van gebouwen (2015).