Het isolerend deel moet waterafstotend (gehydrofobeerd ) zijn.
Koepelaansluiting met tussengevoegd isolerend deel
Tussengevoegd isolerend deel dakkoepel
Hellingslaag plat dak
Indien kanalen in de hellingslaag van het plat dak worden geplaatst dient dit in overleg te gebeuren met de stabiliteitsingenieur omwille van de toename van de dikte van de hellingslaag.
Dampscherm plat dak
- De dampschermen moeten elkaar minimaal 100 mm overlappen.
- Voor meer informatie over de plaatsing en de keuze van het dampscherm wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 215 - Het platte dak (2000).
Isolatie plat dak
- Het dampscherm moet boven het niveau van de isolatie van het plat dak uitkomen. Op deze manier wordt inwendige condensatie steeds vermeden.
- Voor meer informatie over de keuze en de plaatsing van de isolatie van het plat dak wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 215 - Het platte dak (2000).
Dakkoepel
- De dakkoepel, ATG gekeurd, moet voorzien zijn van een geïsoleerde dakopstand om de continuïteit van de isolatie te garanderen.
- Voor meer informatie over de aansluiting van de dakkoepel op het plat dak wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 240 - Aansluitingsdetails bij platte daken: Algemene principes (2012).
Dakafdichting plat dak
- Ter hoogte van de aansluiting tussen het dampscherm en de dakafdichting moet er een luchtdichte verbinding gerealiseerd worden.
- Voor meer informatie over de keuze en de plaatsing van de dakafdichting wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 215 - Het platte dak (2000).
Dakafdichting plat dak
- Ter hoogte van de aansluiting tussen het dampscherm en de dakafdichting moet er een luchtdichte verbinding gerealiseerd worden.
- Voor meer informatie over de keuze en de plaatsing van de dakafdichting wordt verwezen naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 215 - Het platte dak (2000).
Dakafdichting aansluiting dakkoepel
- De eerste dakafdichting moet met de dakafdichting van het platte dak voldoende overlappen.
Luchtdichtheid binnenpleister
- Voor meer informatie over de luchtdichtheid en het binnenpleister wordt verwezen naar het WTCB-contact nr. 40 en de technische voorlichting van het WTCB: TV 255 - Luchtdichtheid van gebouwen (2015).
Stopprofiel binnenpleister
- Dankzij het stopprofiel, voorzien van een elastische voeg, wordt een luchtdichte verbinding gerealiseerd tussen het binnenpleister en het schrijnwerk van de dakkoepel.
Luchtdichtheid plat dak
- Voor meer informatie over de luchtdichtheid van platte daken en de functie van het binnenpleister hieromtrent, wordt verwezen naar het WTCB-contact nr. 33 en naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 250 - Luchtdichtheid van gebouwen (2015).