De breedte van het tussengevoegd isolerend deel moet overeenkomen met de breedte van de draagmuur.
Funderingsaanzet met tussengevoegd isolerend deel
Tussengevoegd isolerend deel
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Waterkering muurvoet
- De waterkering ter hoogte van de muurvoet moet hoger dan de waterkering van de draagmuur worden aangebracht.
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Waterbestendige isolatie
Aangezien onderaan de luchtspouw permanent vocht aanwezig kan zijn, moet onderaan de spouwmuur gestart worden met waterbestendige isolatie. Indien niet zou gekozen worden voor waterbestendige isolatie, zou waterabsorptie een negatief effect hebben op de thermische eigenschappen van de isolatie.
Waterkering luchtspouw spouwisolatie
- De waterkering moet voldoende tussen twee lagen isolatieplaten worden opgetrokken. Zodanig dat de waterkering op zijn plaats blijft zitten.
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Plaatsing spouwisolatie
- Alle isolatieplaten van een isolatielaag moeten zowel horizontaal als verticaal geschrankt geplaatst worden. De naden van de isolatieplaten moeten worden afgeplakt met tape om een lichtdichte uitvoering te garanderen. Voor meer informatie wordt verwezen naar BK5 - Schranken van spouwisolatie.
- Ter bevestiging van het buitenmetselwerk is het nodig om per m² minimaal 5 spouwankers te plaatsen.
- De maximale afstand tussen twee spouwankers mag volgens NBN B25-401 niet meer bedragen dan 750 mm in horizontale richting en 300 mm in verticale richting. Daarnaast moeten de spouwankers op minimaal 10 cm van de randen van de isolatieplaten geplaatst worden.
- Meer informatie over de detaillering van spouwmuren kan teruggevonden worden in de technische voorlichting van het WTCB: TV 264 - Referentiedetails voor spouwmuren.
Open stootvoegen
- De open stootvoegen moeten boven elke waterkerende laag voorzien worden.
- Per lopende meter er minimaal 1 open stootvoeg voorzien worden.
Waterkeringen bestaande uit polyetheen
- Waterkeringen bestaande uit polyetheen (PE-folies) kunnen niet duurzaam verkleefd worden. Daarom worden deze folies hoofdzakelijk gebruikt om opstijgend vocht in metselwanden tegen te houden. Deze worden dan in een langsvoeg tussen 2 rijen stenen geplaatst.
Plaatsing luchtdichte folie
- De luchtdichte folie moet op een stofvrije ondergrond worden aangebracht.
- Vloerleidingen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst en worden bovenaan voorzien van een mortelbrug. Dit zorgt voor een eenvoudigere aansluiting met de luchtdichte folie.
Binnenpleister en aansluitingsband
- Het binnenpleister mag niet lager dan de waterkering van de draagmuur komen.
- Om voor voldoende contact tussen het binnenpleister en de luchtdichting te zorgen moet de aansluitingsband minimaal 20 mm in het pleisterwerk hechten.
- Vermijd stopcontacten, schakelaars, leidingen en kanalen in de buitenmuren of gebruik hiervoor aangepaste hulpmiddelen om de luchtdichtheid te garanderen.
- Voor meer informatie over luchtdichtheid en binnenpleister wordt verwezen naar het WTCB-contact nr. 40 en naar de technische voorlichting van het WTCB: TV 250 - Luchtdichtheid van gebouwen (2015).
Afsnijden randisolatie
- Bij het afsnijden van overtollige randisolatie moet erop gelet worden dat onderligende folies niet worden beschadigd.
Afsnijden PE-folie
- Bij het afsnijden van overtollige PE-folie moet erop gelet worden dat onderligende folies niet worden beschadigd.
Vloerafwerking
- De afstand tussen het niveau van de vloerafwerking en de waterkering van de draagmuur moet minimaal 10 mm bedragen.
- De plinten moeten over minimaal de helft van de totale hoogte tegen het pleisterwerk worden bevestigd.
- Voor meer informatie over de luchtdichtheid en de tegelzetten wordt verwezen naar het WTCB-contact nr. 39.